Veelgestelde vragen over ouderschapsverlof

Wordt het ouderschapsverlof van augustus 2022 volledig doorbetaald?

De werknemer krijgt 70% van het dagloon doorbetaald, tot maximaal 70% van het maximumdagloon.

Kan er voor 2 augustus 2022 betaald ouderschapsverlof worden opgenomen?

Gedeeltelijke betaling van het ouderschapsverlof door UWV gaat in per 2 augustus 2022. Daarvoor is ouderschapsverlof in principe niet betaald, tenzij de werkgever dit anders geregeld heeft. Het is wel mogelijk dat de werknemer al voor 2 augustus een aanvraag doet voor opname van betaald ouderschapsverlof dat start in de eerste week na 2 augustus 2022.

Bouwt een werknemer die gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof opneemt per 2 augustus 2022 ook verlof op over de opgenomen uren?

Ja, over het gedeelte van het ouderschapsverlof dat betaald ouderschapsverlof wordt vanaf 2 augustus 2022 bouwt de werknemer wel (100%) vakantiedagen op (over het onbetaalde deel niet). Dat geldt in elk geval voor de wettelijke vakantiedagen. Over de bovenwettelijke vakantiedagen zouden andere afspraken gemaakt kunnen worden of kunnen zijn in de toepasselijke cao.

Is er recht op betaald ouderschapsverlof als een kind binnen 9 weken na 2 augustus 2022 1 jaar wordt?

Alleen in de weken dat het kind nog geen 1 jaar is geworden, kan betaald ouderschapsverlof worden opgenomen.

Wanneer heeft een werknemer recht op ouderschapsverlof?

Elke werknemer met kinderen tot 8 jaar kan ouderschapsverlof aanvragen bij zijn werkgever. Het aanvragen moet schriftelijk gebeuren, minstens twee maanden voor het verlof ingaat. Bij de aanvraag moet de werknemer ook de duur en de spreiding van het verlof aangeven.

Het ouderschapsverlof geldt voor iedere werknemer die ‘in een familierechtelijke betrekking staat’ tot een kind jonger dan 8 jaar. Het kan gaan om een eigen kind, een erkend kind, een adoptiekind of pleegkind. Het kan ook gaan om een kind dat op hetzelfde adres woont en duurzaam door de werknemer wordt verzorgd en opgevoed (bijvoorbeeld een stiefkind van een nieuwe partner).

Als beide ouders in dienst zijn bij een organisatie, hebben zij allebei recht op ouderschapsverlof bij die werkgever. De vader of partner heeft dus net als de moeder recht op ouderschapsverlof.

Krijgt een werknemer een meerling, dan kan deze voor elk kind ouderschapsverlof aanvragen.

Ouderschapsverlof is in principe onbetaald verlof, maar in een cao of personeelsreglement kan bepaald zijn dat tijdens het verlof het loon (deels) wordt doorbetaald.

Hoe bereken je ouderschapsverlof?

Een werknemer heeft voor elk kind tot 8 jaar recht op ouderschapsverlof voor maximaal 26 maal de arbeidsduur per week. De uren voor het verlof worden berekend op basis van de wekelijkse arbeidsduur die je met de werknemer hebt afgesproken. Werkt een werknemer 38 uur per week, dan heeft de werknemer recht op 26 weken maal 38 uur ouderschapsverlof. Werkt een werknemer 24 uur per week, dan krijgt de werknemer 26 weken maal 24 uur ouderschapsverlof. Als de werknemer geen vaste arbeidsduur per week heeft, wordt het aantal uren ouderschapsverlof berekend aan de hand van een gemiddeld aantal arbeidsuren per week op jaarbasis.

Mag je ouderschapsverlof weigeren?

Als werkgever mag je een aanvraag voor ouderschapsverlof niet weigeren. Wel kun je, na overleg met de werknemer, de gewenste spreiding van het verlof wijzigen, tot vier weken voor het tijdstip van ingang van het verlof. Daarvoor moet je wel een ‘zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang’ hebben en hiervan is niet snel sprake. De volgende omstandigheden leveren in de meeste gevallen géén zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang op:

  • er is geen goede vervanging op de dag van het ouderschapsverlof;
  • projecten komen stil te liggen;
  • er geldt op grond van afspraken met de ondernemingsraad een bepaalde minimumwerkweek.

Kan ouderschapsverlof in combinatie met aanvullend geboorteverlof?

Naast het recht op ouderschapsverlof heeft de partner van de moeder rond de geboorte recht op geboorteverlof van éénmaal de wekelijkse arbeidsduur. Het verlof moet binnen vier weken na de geboorte van het kind worden opgenomen. De partner mag dit verlof gespreid opnemen. Als werkgever mag je dit verlof of de spreiding van het verlof niet weigeren. Je betaalt het loon gedurende geboorteverlof door.

Naast deze week geboorteverlof heeft elke partner recht op vijf werkweken aanvullend geboorteverlof. Dit verlof wordt betaald door UWV. De werknemer krijgt 70% van zijn loon met een maximum van 70% van het maximum dagloon. Aanvullend geboorteverlof moet binnen zes maanden na de geboorte van het kind worden opgenomen.

Heeft een werknemer al ouderschapsverlof opgenomen en krijgt of vraagt hij of zij (aanvullend) geboorteverlof aan, dan ‘loopt dit gewoon door’. Het kan dus zijn dat een werknemer wekelijks een dag (aanvullend) geboorteverlof en een dag ouderschapsverlof heeft. De werknemer kan het ouderschapsverlof ook voortzetten zoals afgesproken na het opnemen van het aanvullend geboorteverlof.

Ouderschapsverlof onderbreken tijdens zwangerschapsverlof: hoe zit dat?

Een werknemer kan aangeven dat hij het ouderschapsverlof toch niet wil opnemen of niet wil voortzetten als gevolg van zwangerschapsverlof, bevallingsverlof of adoptieverlof. De werkgever mag een dergelijk verzoek niet weigeren. Het ouderschapsverlof van de werknemer vervalt na het verzoek niet. Het tegoed wordt opgeschort en de werknemer kan het op een later tijdstip alsnog opnemen. Als werkgever hoef je niet meteen gevolg te geven aan dit verzoek, je hebt vier weken de tijd om de wijziging in te laten gaan.

Bouwt de werknemer vakantiedagen op tijdens ouderschapsverlof?

De werknemer bouwt over de uren ouderschapsverlof geen vakantie op. De werknemer ontvangt dan namelijk geen loon en de vakantieopbouw is daaraan gekoppeld. Dit is anders als de werkgever het loon doorbetaalt over de opgenomen uren ouderschapsverlof. In dat geval ontvangt de werknemer wel loon en bouwt de werknemer wel vakantiedagen op.

Kan een werknemer het ouderschapsverlof stopzetten?

De werknemer is in principe gebonden aan zijn aanvraag voor het ouderschapsverlof. In sommige gevallen kan hij het ouderschapsverlof stopzetten, namelijk als er sprake is van ‘onvoorziene omstandigheden’. Het gaat dan bijvoorbeeld om de volgende situaties:

  • achteruitgang in het gezinsinkomen, bijvoorbeeld omdat de partner van de werknemer werkloos is geworden;
  • verhoging van de gezinskosten, bijvoorbeeld omdat de partners gaan scheiden of vanwege een verhuizing;
  • er komt een plaats vrij voor het kind van de werknemer in de kinderopvang.

De werkgever mag dit verzoek alleen weigeren als er sprake is van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Stemt de werkgever in met het verzoek, dan wordt het recht op het ouderschapsverlof opgeschort.

In een cao kan worden opgenomen dat resterend ouderschapsverlof komt te vervallen bij het niet voortzetten of niet opnemen vanwege onvoorziene omstandigheden.