Mijn werknemer is zwanger, waar moet ik aan denken?

Hoe moet de werknemer de zwangerschap melden?

De werknemer moet haar zwangerschap uiterlijk 3 weken voor ingang van het zwangerschapsverlof melden bij de werkgever. Ze kan volstaan met het melden van de ingangsdatum van haar zwangerschapsverlof. Daarnaast zal ze uiterlijk op de 2e dag volgend op die van de bevalling moeten melden, dat zij is bevallen.

De werknemer vraagt om een zwangerschapsverklaring bij haar huisarts of verloskundige. Dit is een formulier of brief waarin de vermoedelijke bevallingsdatum staat vermeld. De werknemer bewaart deze verklaring in haar eigen administratie en hoeft die niet aan de werkgever te geven. Tot 1 jaar na de einddatum van de zwangerschaps- en bevallingsuitkering kan UWV de werknemer om de zwangerschapsverklaring vragen, als dat nodig is voor controle.

Wie betaalt het zwangerschapsverlof van de werknemer?

Tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt geen loon doorbetaald, maar heeft de werknemer recht op een een zwangerschaps- en bevallingsuitkering (WAZO). Die uitkering bedraagt 100% van het maximumdagloon. Bij de berekening van het dagloon tellen alle vaste onderdelen van het loon mee.
Bijvoorbeeld: vakantiegeld, eindejaarsuitkering, 13e maand en ploegentoeslag. Onkostenvergoedingen zoals reiskostenvergoeding tellen niet mee. Ook de pensioenpremie wordt niet meegenomen bij de berekening van het dagloon.

Uiterlijk twee weken voordat de werknemer haar zwangerschapsverlof opneemt, moet je als werkgever een aanvraag voor een uitkering indienen bij UWV. In de praktijk is het meestal zo geregeld, dat de werkgever de uitkering van UWV ontvangt en dit doorbetaalt aan de werknemer.

Hoe lang duurt het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof?

Een zwangere werknemer heeft in verband met de zwangerschap recht op in totaal 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. De werknemer mag 6 weken tot 4 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum bevallingsverlof opnemen. Na de werkelijke datum van bevalling heeft zij nog recht op 10 tot 12 weken bevallingsverlof. De dag van de bevalling hoort nog bij het zwangerschapsverlof.

In de Arbeidstijdenwet is bepaald dat een werknemer in de laatste 28 dagen voor de vermoedelijke bevallingsdatum met verlof móet. De werknemer mag dit niet weigeren en de werkgever kan niet verlangen dat de werknemer toch komt werken.

Laatste periode bevallingsverlof gespreid opnemen

De laatste periode van het bevallingsverlof mag ook in delen worden opgenomen. Het gaat om het bevallingsverlof dat overblijft vanaf zes weken na de datum van de bevalling. Dit deel mag gespreid worden opgenomen over een periode van maximaal 30 weken. Het verzoek om verlof te spreiden moet uiterlijk 3 weken na de bevallingsdatum bij de werkgever worden ingediend. De totale duur van het verlof verandert hierdoor niet. Ook de uitkering en de manier van uitbetaling blijven hetzelfde.

Bij het gespreid opnemen van het verlof moet er wel rekening mee worden gehouden dat de totale lengte van het verlof wordt uitgebreid. In plaats van bijvoorbeeld 16 weken verlof, neemt een werknemer bijvoorbeeld 10 weken volledig verlof en 30 weken gedeeltelijk verlof op. Dat maakt de verlofperiode 40 weken.

Hoe lang duurt het verlof bij de geboorte van een meerling?

Werknemers die in verwachting zijn van een meerling hebben recht op in totaal 20 weken verlof.

Het verlof gaat tien tot acht weken voor de uitgerekende bevallingsdatum in. Om de duur van het totale zwangerschaps- en bevallingsverlof bij meerlingen te berekenen moet als uitgangspunt worden genomen dat de werknemer na de bevalling altijd recht heeft op minimaal 10 weken bevallingsverlof. De dag waarop het jongste kind wordt geboren is de bevallingsdatum waarvan wordt uitgegaan.

Hoe lang is het verlof als een baby te vroeg of te laat wordt geboren?

Als de baby te vroeg geboren wordt, dan worden de dagen die de werknemer daardoor minder heeft genoten, bij het bevallingsverlof opgeteld. De totale verlofperiode is dan altijd 16 weken, bij meerlingen altijd 20 weken.

Als de baby te laat wordt geboren, dan wordt de totale verlofperiode langer. Het bevallingsverlof gaat namelijk pas in op de dag na de bevalling. Het aantal dagen dat de baby na de verwachte bevallingsdatum geboren is, worden bij de totale termijn van zestien (of twintig weken bij een meerling) weken opgeteld.

Praktijkvoorbeelden zwangerschapsverlof

  • Irma is zwanger van een meerling. Zij neemt 10 weken voor de uitgerekende datum zwangerschapsverlof op. De kinderen worden 7 weken te vroeg geboren. Irma heeft op dat moment dus pas 3 weken zwangerschapsverlof gehad. Irma kan aanspraak maken op 17 weken bevallingsverlof.
  • Salima is zwanger van één kind. Zij neemt 6 weken voor de uitgerekende datum zwangerschapsverlof op. Het kind wordt 1 week te vroeg geboren. Salima heeft op het moment van de bevalling pas 5 weken verlof gehad, zodat zij nog 11 weken verlof over heeft.
  • Eliane stopt 6 weken voor de uitgerekende datum met werken. De baby wordt 2 weken na de uitgerekende datum geboren. Eliane heeft minimaal 10 weken verlof na haar bevalling. In totaal heeft zij 18 weken verlof.

Hebben zwangere werknemers recht op aangepaste arbeidstijden?

Op grond van de Arbeidstijdenwet gelden andere regels voor de werk- en rusttijden van zwangere werknemers. Als de zwangere werknemer dat nodig heeft, dan zal je als werkgever in overleg met de werknemer moeten zorgen voor afspraken over:

  • regelmatige werktijden en rusttijden;
  • extra pauzes, maximaal 1/8 deel van de werktijd;
  • een geschikte, afsluitbare ruimte om te rusten (met bed of rustbank);
  • geen onregelmatig werk, overwerk en nachtdiensten;
  • noodzakelijk zwangerschapsonderzoek tijdens werktijd waarbij het loon voor de duur van het zwangerschapsonderzoek en de reistijd moet worden doorbetaald.

De werknemer kan tot zes maanden na de bevalling aanspraak maken op deze extra faciliteiten (uiteraard met uitzondering van de zwangerschapsonderzoeken).

Moet je als werkgever de arbeidsomstandigheden van de zwangere werknemer aanpassen?

Als werkgever moet je ervoor zorgen dat een zwangere werknemer veilig en gezond kan werken tijdens de zwangerschap. Is dit niet mogelijk dan moet je de arbeidsomstandigheden in overleg aanpassen.

Als werkgever ben je verplicht om risico’s voor zwangere werknemers en het ongeboren kind in kaart te brengen. Normaal gesproken is in de risico-inventarisatie (RI&E) ook aandacht besteed aan veiligheids- en gezondheidsrisico’s voor zwangere werknemers. Als dat niet het geval is, dan kun je risico’s en mogelijke risico vermijdende oplossingen inventariseren.

Soms is een werknemer ongeschikt om haar eigen werk te doen vanwege haar zwangerschap. Bijvoorbeeld als de vrouw met straling werkt die schadelijk is voor het ongeboren kind of als het werk lichamelijk te zwaar is voor een zwangere vrouw. In dat geval wordt van de werkgever verwacht dat hij de zwangere werknemer andere werkzaamheden aanbiedt, die zij wel kan verrichten. Lukt dat niet, dan heeft de werknemer recht op een Ziektewet-uitkering.

Wat geldt als het kind in het ziekenhuis wordt opgenomen na de geboorte?

Bij langdurige ziekenhuisopname van het kind duurt het bevallingsverlof maximaal tien weken langer. Zo heeft de moeder de gelegenheid het kind een aantal weken thuis te verzorgen. Deze uitbreiding van het bevallingsverlof moet de werknemer aanvragen bij de werkgever of bij UWV. De ziekenhuisopname van het kind wordt opgeteld bij het bevallingsverlof, te rekenen vanaf de 8e dag van opname tot en met de laatste dag van het bevallingsverlof tot een maximum van 10 weken.

Wat als een zwangere werknemer ziek wordt?

Als een zwangere werknemer ziek wordt, dan gelden verschillende regels. Die regels hangen af van het antwoord op de vragen:

  • of de werknemer ziek wordt voor, tijdens of na haar zwangerschapsverlof en bevalling; en
  • of de ziekte veroorzaakt wordt door de zwangerschap.

Ziek, maar niet door zwangerschap of bevalling

Wordt de ziekte niet veroorzaakt door de zwangerschap of bevalling, dan moet je kijken naar het moment waarop de werkneemster ziek wordt. In dat geval geldt:

  • Ziek voor het zwangerschapsverlof: de gewone regels rond ziekte gelden en als werkgever betaal je het loon door tijdens ziekte. Je hoeft geen melding te doen bij UWV.
  • Ziek in de 6-4 weken voor de uitgerekende datum tot aan het verlof: je kunt een Ziektewet-uitkering aanvragen bij UWV. De uitkering stopt als de werknemer weer beter is of een WAZO-uitkering krijgt als het verlof begint. De ziektedagen worden van het verlof afgetrokken.
  • Ziek tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof: een melding bij UWV hoeft niet. De werknemer ontvangt een WAZO-uitkering.
  • Zie na het bevallingsverlof: de gewone regels rond ziekte gaan weer gelden en als werkgever betaal je het loon door tijdens ziekte.

Ziekte door zwangerschap of bevalling

Wordt de ziekte wel veroorzaakt door de zwangerschap (de arboarts adviseert bijvoorbeeld om rust te nemen), dan moet je ook kijken naar het moment waarop de werkneemster ziek wordt. In dat geval geldt:

  • Ziek in de eerste 24 weken van de zwangerschap: in dit geval kun je een Ziektewet-uitkering aanvragen voor de werknemer bij UWV. Heeft de werkneemster een miskraam of abortus in de eerste 24 weken van haar zwangerschap en meldt zij zich ziek, dan heeft zij ook recht op een Ziektewet-uitkering. Meld de miskraam of abortus bij de aanvraag voor de Ziektewet-uitkering bij UWV.
  • Ziek na de eerste 24 weken tot aan het zwangerschapsverlof: je kunt een Ziektewet-uitkering aanvragen bij UWV. De uitkering stopt als de werknemer weer beter is of een WAZO-uitkering krijgt als het verlof begint.
  • Ziek in de 6-4 weken voor de uitgerekende datum: je kunt een Ziektewet-uitkering aanvragen bij UWV. De uitkering stopt als de werknemer weer beter is of een WAZO-uitkering krijgt als het verlof begint.
  • Ziek tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof: een melding bij UWV hoeft niet. De werknemer ontvangt een WAZO-uitkering.
  • Zie na het bevallingsverlof: je kunt een Ziektewet-uitkering aanvragen bij UWV. De uitkering duurt maximaal twee jaar.

Ziekmelden zwangere werknemer

Er zijn drie situaties waarin je als werkgever een zwangere medewerkster uiterlijk op de vierde ziektedag moet ziekmelden bij UWV:

  • De zwangere werknemer wordt ziek in de 6 tot 4 weken vóór de uitgerekende bevallingsdatum tot de ingangsdatum van het zwangerschapsverlof.
  • De zwangere werknemer is ziek als gevolg van de zwangerschap, maar is nog niet ziek gemeld.
  • De zwangere werknemer is ziek als gevolg van zwangerschap of bevalling ná afloop van haar zwangerschapsverlof.

Verzuimt je de medewerker op tijd ziek te melden, dan riskeer je een boete.

Mag ik een zwangere werknemer ontslaan?

De werkgever mag de werknemer niet ontslaan tijdens zwangerschap, zwangerschaps- en bevallingsverlof, en gedurende 6 weken nadat de werkneemster haar werk heeft hervat na het einde van het bevallingsverlof.

Ook geldt een opzegverbod gedurende 6 weken nadat de werkneemster haar werk heeft hervat na het einde van ziekte die volgde op bevallingsverlof waarbij zwangerschap of bevalling de oorzaak van de ziekte was.

Hier bestaat een aantal uitzonderingen op, namelijk als:

  • de werknemer schriftelijk heeft ingestemd met de opzegging (en dit niet binnen 14 dagen heeft herroepen);
  • de opzegging wordt gedaan tijdens de proeftijd;
  • je de werknemer op staande voet ontslaat wegens een dringende reden;

Een zwangere werkneemster die bijvoorbeeld diefstal pleegt, kun je dus ontslaan. Bij ontslag van een zwangere werknemer gelden de gewone regels rond de transitievergoeding.