Is een contract stilzwijgend verlengd als werknemer doorwerkt?

Wat eraan voorafging

Een werknemer is op basis van een arbeidsovereenkomst van zeven maanden gedetacheerd bij een inlener. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op 17 april 2019. Op 16 april is er een gesprek over eventuele verlenging. De werkgever doet op 19 april een schriftelijk aanbod voor een contract van tweeënhalve maand. De werknemer heeft zich intussen op 18 april ziek gemeld. Op 23 april gaat hij weer aan het werk bij de inlener, zonder dat te melden bij zijn werkgever. De werkgever hoort dat en verbiedt de werknemer meteen om nog te werken zolang hij het contract dat hem is aangeboden niet heeft getekend. Op dezelfde dag wijst de werknemer dat aanbod af. Hij laat weten dat hij ook niet van plan is om dit contract te tekenen. De werkgever stapt naar de rechter.

Bij de rechter

De werkgever en de werknemer zijn het niet eens over de einddatum van de arbeidsovereenkomst. De werkgever meent dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd door het verstrijken van de tijd. Omdat de partijen nog aan het onderhandelen waren over een nieuw contract, is er geen sprake van stilzwijgende verlenging. De werknemer meent dat de arbeidsovereenkomst niet is aangezegd en daardoor stilzwijgend is verlengd met nog eens dezelfde periode.

Geen bewijs
De werkgever vraagt de rechter om een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd op 17 april 2019 en dat er daarna niet een nieuwe arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. Op 7 maart is er een schriftelijke aanzegging verstuurd naar de werknemer waarin stond dat hij niet moest uitgaan van verlenging. De werknemer ontkent dat hij die brief heeft ontvangen. Bij de rechter kan de werkgever niet bewijzen dat de werknemer de brief daadwerkelijk heeft ontvangen. Daarmee is het een feit dat de werkgever niet tijdig heeft aangezegd.

De rechter constateert dat het in het gesprek van 16 april onduidelijk is gebleven of de werknemer nu wel of niet mocht werken na afloop van zijn eerste contract. Deze onduidelijkheid komt voor rekening en risico van de werkgever. De arbeidsovereenkomst is na 17 april voor nog eens zeven maanden voortgezet, omdat de werkgever geen duidelijkheid schiep en de werknemer op 23 april heeft gewerkt. De werkgever moet het loon tot 1 juli 2019 doorbetalen, de datum waarop de werknemer een andere baan had. De werknemer krijgt overigens niet de aanzegvergoeding waar hij om gevraagd had. Hij heeft daar niet op tijd – binnen twee maanden na het einden van het dienstverband –  aanspraak op gemaakt.

In de praktijk

Wat had de werkgever hier anders kunnen doen? Voor wat betreft de aanzegging: de werkgever had de werknemer kunnen vragen te bevestigen dat hij de aanzegbrief had ontvangen. Het vergeten van een aanzegging heeft overigens niet tot gevolg dat een dienstverband voortgezet wordt.

Om de voortzetting van het contract met nog eens zeven maanden te voorkomen, had de werkgever duidelijk moeten aangeven dat de werknemer niet mocht werken zolang er geen overeenstemming was over het nieuwe contract. Want juist als er nog wordt onderhandeld moet de werkgever zorgen voor duidelijkheid, oordeelde de rechter.

Uitspraak: ECLI:NL:RBROT:2019:7136, 29 augustus 2019